De quark en de grootsmurf
CID
4446
In the book is a letter with a poem by Jan G. Elburg:
'HET JAARTJE WEL
Zomer niet te betrappen
trok lauwtjes zijn staart in
voor onze gefluisterde bruidsmars
herfst de keelkervende verfde
zij droeg een hoed en herfst verfde en
zand van ver voorland in mijn verrekijker
niet voor het eerst dat ik kom met dit verhaal
: gedroomde geweren aangelegd tuur
en vuur: bloedlink op goed geluk zo'n herfst
was dat
zo'n kippen vellend winters najaar
waar winter het koud van kreeg
win-ter-time zong ik en wintertimelief
toonde slechts wollen broeken aan bevroren
zonnebrilglazen en die winter besloot zij (f.) al
dat het basta was
een geschiedenis die je bekend voorkomt
als ik nu over de lente vertel
de narcissen moorden
mishandelingen rottende wonden
op ribbekasten die knepen rond honger
de leugens van gekochte kranten
door de donder
van dat ver woedende onweer heen
en ik bulkend ja wat
lieveling
zo was ik toen
nog steeds denk ik wel
Jan G. Elburg (febr. '81)'
Details
Publisher
Language
ISBN
Note
Number of pages
In Fondation Constant library
Location in Constants original library
Bibliography
No related items available
No related items available
Exhibitions
No related items available
Photos
No related items available
Text
No related items available
Work
No related items available
Library
No related items available
Correspondence
No related items available